In de fruitboomgaard brengt elk seizoen zo zijn eigen, specifieke werkzaamheden met zich mee. Wij geven jullie hier een overzicht van de vier jaargetijden in de boomgaard.
Najaar
De herfst is oogsttijd.
Vanaf begin september (en soms al eind augustus) is het een drukte van belang in de boomgaard. De eerste appels en peren kunnen worden geplukt. Hierbij wordt er onder andere gebruik gemaakt van 'pluk-treinen' en een hoogwerker. Maar het plukken zelf is handwerk. Appels worden op kleur geplukt - per plukronde worden alleen die appels geplukt die goed op kleur en smaak zijn, de overige appels blijven hangen om nog wat bij te kleuren - waardoor er drie of soms zelfs vier plukronden zijn voordat deze allemaal van de boom zijn. Peren daarentegen worden allemaal tegelijk geplukt.
De appels en peren die zijn geplukt, worden zorgvuldig in voorraadbakken gelegd die op een 'pluktreintje' door een trekker worden getrokken. De volle voorraadbakken worden naar de schuur gereden waar ze gelijk getransporteerd worden naar de koelcel. Het is erg belangrijk dat dit snel wordt gedaan vanwege de houdbaarheid van het product.
Winter
Zodra al het blad van de boom is kan er worden begonnen met de snoei. De sapstroom van de boom staat dan stil, ook wel de ruststand genoemd. Elke boom moet gesnoeid worden en dit is dus een heel karwei. Het overtollig hout wordt weggehaald zodat de boom genoeg licht krijgt en later ook het fruit.
Ook moet er een balans worden gevonden, dat zowel de groei en het vrucht dragen in evenwicht is. Een boom die te hard groeit geeft te weinig vruchten.
Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar. Dan wordt de productie minder en ook de kwaliteit van de vruchten. Voor de nieuwe aanplant staat worden er eerst een aantal grondbewerkingen gedaan. Meestal worden de bomen in het voorjaar geplant.
Voorjaar
In het vroege voorjaar wordt de snoei afgerond en wordt er ook nog veel versnipperd. De bomen worden bemest - voor optimale voeding in de bodem - en eventueel worden er nieuwe bomen aangeplant.
Als de temperatuur gaat stijgen, zien we de nieuwe blad- en bloemknoppen weer komen. Deze zijn nog zeer kwetsbaar waardoor matige vorst in dit stadium behoorlijke schade kan aanrichten.
Maar het voorjaar is natuurlijk niet voor niets hét seizoen van de bloei dus dat is in de boomgaard niet anders. Afhankelijk van de weersomstandigheden staan fruitbomen tussen half april en begin mei in bloei. Eerst staan de perenbomen in bloei, zo'n twee weken later gevolgd door de appelbomen. Een boomgaard in bloei is werkelijk een schitterend gezicht!
Perenbomen zijn te herkennen aan de witte bloesem, terwijl de bloesem van appelbomen een wat roze-achtige kleur heeft. Bijen zijn graag geziene gasten om te zorgen dat het merendeel van de bloesem zich uiteindelijk ook ontwikkeld tot vruchtje.
Het verschil in appels en peren is vanaf het vroege begin goed zichtbaar.
Zomer
In de zomer doen we er alles aan om de boom en de vruchten gezond te houden. Dit houdt in voldoende water en voeding, maar ook gewasbescherming. Dit is nodig om een goed product te telen. Daar gaan we voor!
In deze periode is er weer veel handwerk zoals koppen aanbinden. Deze moet namelijk omhoog groeien. Als je dit niet tijdig doet breken de koppen uit. Vooral bij appels moet er ook gezorgd worden voor voldoende zonlicht. Daarom knippen we de scheuten die voor de vruchten hangen weg zodat de zon er beter bij kan.
Ook dunnen is erg belangrijk. Als er teveel vruchten aan de boom hangen blijven deze te klein. Daarom moet er worden gedund. De kleine en misvormde vruchtjes worden handmatig verwijderd.